Tuinregels

Eigen moestuin of siertuin

  • Een bebouwing voor tuinopslag, schuilmogelijkheid en zaai- of pootgoed (max. hoogte  1,50 cm) is toegestaan. 
  • Compost bewaren op eigen tuin. Afval moet worden meegenomen.
  • Verantwoord tuinieren door gebruikmaking van alleen wettelijk toegestane gewasbestrijding, onkruidverdelging en wisselbouw bij aardappelteelt.
  • Onderhoud uw tuin regelmatig. Kunt u in het groeiseizoen meer dan 3 weken uw tuin niet onderhouden, neem dan contact op met de beheerder. Zorg dat ook in de winter uw tuin er netjes bij ligt. Groeiondersteuning moet verwijderd zijn.
  • Begrenzing: er mogen geen afrasteringen worden verplaatst/verwijderd en geen heggen of (hoge) gewassen aan de grens worden geplaatst, die overlast geven voor de ‘buren’. Langs het pad dient u 30 cm onkruidvrij te houden.

Tuinieren met elkaar

  • Wáár u wát plant of plaatst: houd rekening met uw ‘buren’.
  • Kinderen zonder begeleiding, dieren houden op het complex, loslopende honden/katten, (rook)kachels en ook het gebruik van radio’s zijn niet toegestaan.
  • Motorvoertuigen mogen alleen kortstondig het terrein op om te laden of lossen.
  • Natuurlijk komt u niet ongevraagd in de tuin van een ander.
  • Sluit het toegangshek af als u als laatste het tuincomplex verlaat.
  • Onderverhuren, handel drijven, reclame maken of tuinen ver-/doorgeven zonder overleg met de beheerder is niet toegestaan.
  • Een helpende hand bieden en belangstelling tonen in elkaar maakt ons tot een vereniging!

Bovenstaande regels zijn afgeleid van huishoudelijk reglement van de vereniging waarin uitgebreide informatie over de rechten en plichten van de huurders staat. 

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Huishoudelijk Reglement van de Volkstuindersvereniging ‘De Vier Jaargetijden’
(zoals vastgesteld door het bestuur in zijn vergadering van 9 juli 2019)


Artikel 1
Uitsluitend leden van de volkstuindersvereniging ‘De Vier Jaargetijden’ kunnen een tuin van de vereniging huren.
Artikel2 Aanmelding
Nieuwe leden melden zich aan bij het bestuur, waarna de aspirant-tuinder in contact wordt gebracht met een beheerder. In overleg met de beheerder wordt een tuin toegewezen. Conform de Statuten vangt het lidmaatschap aan na ondertekening van de huurovereenkomst.
Artikel3 Doorlopendlidmaatschap
Het lidmaatschap wordt aangegaan voor de tijd van een kalenderjaar (van 1 januari tot en met 31 december) en is, zonder opzegging, van jaar tot jaar doorlopend.
Artikel4 Gedrag
Met het aangaan van het lidmaatschap aanvaardt de tuinder de hem betreffende verplichtingen zoals die voortvloeien uit de Statuten, het Huishoudelijk Reglement en de besluiten van het bestuur. Hieruit volgt tevens dat de tuinder gehouden is de aanwijzingen van de beheerder na te leven.
Artikel5 Betalingsverplichting

  1. Ieder lid/huurder betaalt conform het bepaalde in de Statuten en het Huishoudelijk
    Reglement contributie, huur en borg aan de vereniging.
  2. Onderverhuur is niet toegestaan.
  3. Het is mogelijk medetuinder te zijn. Een medetuinder is iemand die samen met een huurder
    tuiniert op de tuin van de laatste. De medetuinder is lid van de vereniging en betaalt uitsluitend contibutie. De huurder betaalt dus de hele huur en de hele borgsom en is verantwoordelijk voor de hele tuin. Bij beëindiging van de huur kunnen aan het medetuinderschap geen rechten worden ontleend.
    Artikel6 Borg
  4. Behalve medetuinders, betaalt elke tuinder een borg. De hoogte van de borg is door de
    Algemene LedenVergadering (ALV) vastgesteld en wordt indien nodig door de ALV
    aangepast.
  5. De borggelden worden door de penningmeester op een aparte bankrekening van de
    vereniging gestort. Deze rekening wordt door het bestuur/de penningmeester beheerd.
  6. Bij beëindiging van het lidmaatschap wordt de borg terugbetaald, op voorwaarde dat de tuin
    naar het oordeel van de beheerder door de desbetreffende tuinder conform artikel 16 schoon is opgeleverd. Bij beëindiging van het lidmaatschap wordt over de borg geen rente uitgekeerd.
  7. Ingeval van beëindiging van het lidmaatschap door overlijden wordt de borg onder gelijke voorwaarden aan de erfgenamen uitgekeerd. Eventuele groente- en fruitopbrengsten van de door overlijden vrijgekomen tuin komen ten goede aan de erfgenamen; in geval zij daarop geen prijs stellen, handelt de beheerder naar bevind van zaken. De lidmaatschaps- en/of de huurovereenkomst kan door de erfgenamen worden voortgezet, onder de voorwaarden zoals die golden vóór het overlijden van het desbetreffende lid.
    1
  8. In geval een tuincomplex van een afsluitbare poort is voorzien, levert de tuinder bij beëindiging van de huurovereenkomst de sleutel in bij de beheerder. Bij verzuim valt de borg aan de vereniging.
    Artikel 7 Toewijzing tuin
  9. Zolang de vraag naar tuinen groter is dan het aanbod wordt per woonadres slechts één tuin
    verhuurd.
  10. In geval het aanbod van tuinen naar oordeel van het bestuur structureel hoger is dan de
    vraag, kan het bestuur besluiten dat de verhuur van meerdere tuinen per woonadres is toegestaan. Indien daartoe wordt overgegaan, kunnen aan de huur van meerdere tuinen geen blijvende rechten worden ontleend. Immers, in de situatie dat de vraag naar tuinen groter is dan het aanbod, geldt (weer) de regel als bedoeld in het eerste lid. Het bestuur kan dan, na samenspraak met de beheerder(s), besluiten tweede en eventueel derde tuinen vrij te maken. De concrete uitvoering van een dergelijk besluit gebeurt op een manier waarbij nauw overleg tussen huurder en beheerder uitgangspunt is. Echter: indien dit overleg niet tot een uitkomst leidt, beslist het bestuur.
  11. Als op een tuincomplex alle tuinen zijn bezet, mogen vrijkomende tuinen niet onmiddellijk worden overgenomen door tuinders die uitbreiding wensen. De tuin blijft dan voorlopig vrij. Echter, als het seizoen aan de gang is, kan in overleg met de beheerder worden besloten dat zo’n tuin gedurende de rest van het lopende kalenderjaar in bruikleen van een zittende tuinder komt. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.
  12. Elke overname van een tuin tussen tuinders onderling geschiedt uitsluitend in overleg met de beheerder en slechts na diens toestemming.
    Artikel8 Watervoorziening
    De vereniging zorgt voor een watervoorziening door middel van (hand)pompen of kranen. Het onderhoud daarvan is voor rekening en verantwoordelijkheid van de vereniging.
    Tuinders kunnen ervoor kiezen op eigen kosten aanvullende manieren van watervoorziening aan te leggen en te gebruiken. Verrekening van de aanlegkosten met de verschuldigde huur vindt niet plaats. Het aanleggen van een aanvullende watervoorziening gebeurt uitsluitend ná toestemming van de beheerder.
    Artikel9 Verhindering
    Een lid dat door ziekte, ongeval of anderszins niet in staat is zijn tuin naar behoren (door derden) te (laten) onderhouden, stelt daarvan de beheerder in kennis, zodra het lid daartoe aanleiding ziet. De beheerder neemt dan maatregelen die hij nodig acht.
    Artikel10 Toegangbestuur
    Leden van het bestuur hebben altijd toegang tot elk tuincomplex en de zich daarop bevindende tuinen. Een bestuurslid maakt zich, voor zover nodig, als zodanig kenbaar aan de aanwezige tuinders.
    Artikel11 Onderhoud
    Iedere tuinder is gehouden om:
  13. zijn tuin in goede toestand te brengen en te onderhouden;
  14. de padgedeelten die aan zijn tuin grenzen ter breedte van 30 cm. vrij te houden van onkruid;
  15. het tuinnummerbordje op een voor een ieder zichtbare plaats te bevestigen;
  16. uitsluitend te tuinieren binnen de grenzen van zijn eigen tuin.
    Artikel12 Beplanting/bebouwing
  17. Voor zover wettelijke regelingen (bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
    en/of de Statuten en/of het Huishoudelijk Reglement daaraan niet in de weg staan, zijn de leden vrij hun tuin naar eigen inzicht en keuze in te richten en te beplanten.
    2
  18. Voor het planten van hoogopschietende struiken en van bomen (waarbij een maximale hoogte van 150 cm is toegestaan) is echter toestemming van de beheerder vereist. De beheerder beoordeelt in overleg met de desbetreffende tuinder, alsmede de omliggende tuinders, of en welke plek voor een dergelijke beplanting in aanmerking komt. Daarbij geldt in elk geval als uitgangspunt, dat beplanting van welke aard ook op of in de directe omgeving van de grens met aanliggende tuinen ernstige hinder kan veroorzaken.
  19. Het bespuiten van grond en gewassen geschiedt enkel met door de wet toegestane middelen.
  20. Aardappelen worden in zogeheten wisselbouw geteeld.
  21. Op de grens met aanliggende tuinen zijn geen heggen en hagen toegestaan.
  22. Bebouwing op de eigen tuin ten behoeve van het opslaan van tuingereedschap, of als
    schuilgelegenheid danwel als kweekkas geschiedt uitsluitend en volledig voor eigen rekening
    en risico.
  23. Afgezien van één glasopstand mag op de eigen tuin slechts één bouwwerk worden geplaatst,
    al dan niet een gebouw zijnde. Indien dit bouwwerk een totale hoogte bereikt van meer dan 150 cm en/of een oppervlakte van meer dan 4 m2, kan de beheerder daartegen optreden. Hiervan is uitgezonderd het plaatsen van één glasopstand als kweekkas.
  24. In geval van overheidswege het bouwwerk niet wordt geaccepteerd, zal het bestuur, indien en voor zover het van oordeel is dat het standpunt van de overheid correct is, aan opheffing van de illegale situatie zijn medewerking verlenen.
    Artikel13 Hobbyenhoe
  25. Het tuinieren dat de vereniging mogelijk wil maken draagt een hobbymatig karakter en dient
    ter ontspanning. Het bedrijfsmatig tuineren op het tuincomplex is dan ook niet toegestaan,
    evenals het voeren van enig ander bedrijf, danwel het bedrijven van handel.
  26. Voorts gelden de volgende verboden:
  27. het planten van hoogstamfruitbomen;
  28. het zonder voorafgaande toestemming van de beheerder aanbrengen van plakkaten en
    het verspreiden van drukwerk;
  29. het werpen van afval en vuilnis waar dan ook buiten de eigen tuin;
  30. het versperren of verontreinigen van paden, sloten en greppels;
  31. het beschadigen of afbreken van afrasteringen en grenspalen;
  32. het ongevraagd of zonder toestemming betreden van de tuin van een ander of op
    eigerlei wijze iets doen op diens tuin tegen zijn wil of zonder zijn toestemming. Het namens het bestuur of de beheerder verrichten van werkzaamheden is hiervan uitgezonderd;
  33. het houden van dieren op de tuin;
  34. het hebben van loslopende honden of katten op het tuincomplex;
  35. het maken van propaganda voor welke instelling met welk doel dan ook;
  36. het (laten) gebruiken van de tuin als opslagplaats voor materialen die naar het oordeel
    van de beheerder niets met het ter plekke tuineren van doen hebben. Het opslaan van
    eigen tuinmateriaal dient uitsluitend binnen de eigen tuin plaats te vinden;
  37. het rijden met enig motorvoertuig binnen het tuincomplex , behalve ten behoeve van het
    onmiddellijk uit- en/of inladen van goederen ten behoeve van het tuinieren. Het
    parkeren van motorvoertuigen dient enkel op de parkeerplaats te geschieden;
  38. het ten gehore brengen van muziek of van enige andere uiting door middel van welke
    elektronische apparatuur dan ook;
  39. het toelaten op het tuincomplex van kinderen zonder begeleiding;
    14.
    het buiten de eigen gehuurde tuin(en) op door de vereniging gehuurde gronden, dan wel
    op gronden in bezit bij anderen, (laten) verrichten van aanlegactiviteiten (bijvoorbeeld:
    het ophogen van land, het verharden van wegen, het graven van sloten of enig ander
    waterwerk, het aanleggen van een vuilstortplaats). Voor de bepaling van wat onder een
    3 aanlegactiviteit wordt verstaan, sluit het bestuur aan bij de jurisprudentie zoals die
    is/wordt ontwikkeld op basis van artikel 3.16 van de Wet op de ruimtelijke ordening.
  40. Het composteren van organisch materiaal dient uitsluitend op de eigen tuin plaats te vinden. Al het overige overbodige materiaal dient door de desbetreffende tuinder op gezette tijden te worden verwijderd van de eigen tuin en het tuincomplex.
    Artikel14 Imkers
  41. Op elk tuincomplex is slechts ruimte voor één bijenhoudende tuinder (imker).
  42. Indien daartegen van de kant van de beheerder noch van de kant van de reeds aanwezige
    imker(s) overwegende bezwaren bestaan, kan van het bepaalde in het eerste lid worden
    afgeweken.
  43. Tuinders die bijen wensen te houden vragen daartoe toestemming aan de beheerder. Dit
    geldt ook bij uitbreiding van het bestaande aantal kasten.
  44. Voorwaarde voor de toestemming is de vaststelling dat tuinders van nabijgelegen tuinen
    daartegen geen bezwaar hebben.
  45. Het bestuur beslist over het aantal toelaatbare kasten/volken op een tuincomplex in overleg
    met de beheerder en de aanwezige imker.
    Artikel 15 Beëindiging lidmaatschap
  46. Beëindiging van het lidmaatschap brengt beëindiging van de huurovereenkomst met zich.
    Het vertrekkende lid is verplicht om uiterlijk binnen veertien dagen voor de einddatum van zijn lidmaatschap al zijn eigendommen van de tuin te hebben verwijderd en de tuin conform artikel 16 schoon achter te laten.
  47. Blijft het vertrekkende lid in gebreke binnen de aldaar genoemde termijn aan zijn verplichting als bedoeld in het eerste lid te voldoen, is het bestuur bevoegd om de in artikel 16 bedoelde werkzaamheden voor rekening en risico van het vertrekkende lid te (laten) verrichten. De kosten hiervan worden, voor zover nodig, in eerste instantie met de bij aanvang van het lidmaatschap betaalde borg verrekend. In geval deze kosten het borgbedrag overstijgen, ontvangt het vertrekkende lid voor de meerkosten een rekening van het bestuur. Bij aanvang van het lidmaatschap verplicht het lid zich deze rekening in het voorkomende geval te voldoen. Daartoe wijst de beheerder het aspirant lid expliciet op het bestaan van deze regeling, alsmede op de zin en de noodzaak daarvan.
  48. Bij royement worden reeds betaalde gelden niet terugbetaald en dan verschuldigde bedragen dienen alsnog te worden betaald. Ook in dit geval kan het bestuur overgaan tot het aanwenden van het borgbedrag ter verrekening.
  49. Het lidmaatschap en dus ook de huurovereenkomst lopen automatisch door naar het volgende kalenderjaar, indien het lidmaatschap niet vóór 1 november van het lopende kalenderjaar schriftelijk wordt opgezegd.
  50. Bij overname lopende het seizoen van een tuin van een lid dat vertrekt of is overleden, neemt het nieuwe lid alle lusten en lasten behorende bij deze tuin over. In overleg met de beheerder kan hiervan worden afgeweken in gevallen van onaanvaardbare onredelijkheid.
    Artikel16 Schoonachterlaten
  51. Een tuin is schoon achtergelaten als:
  • alle groenten zijn geoogst danwel verwijderd én
  • alle eventuele bessenstruiken en (fruit)bomen en meerjarige planten zijn gerooid én
  • alle onkruid en wildgroei is verwijderd én
  • wordt voldaan aan de leden 2, 3 en 4 van dit artikel.
  1. Een op de tuin aanwezige kist voor de opslag van gereedschap mag op de tuin blijven staan, indien deze naar het oordeel van de beheerder nog in goede staat verkeert. Voor alle overige zich binnen de omheining van de tuin bevindende bouwwerken, al dan niet gebouwen zijnde, geldt dat deze door het vertrekkende lid worden verwijderd.
    4
  2. Aangaande tegels geldt het volgende:
  • één tegelpad mag blijven liggen;
  • alsdan resterende tegels worden door het vertrekkende lid van het tuincomplex
    verwijderd, tenzij naar het oordeel van de beheerder nog hele tegels kunnen worden
    opgeslagen op een door hem te bepalen plaats;
  • de vertrekkende tuinder draagt zorg voor de afvoer van kapotte tegels;
  • tegels, bakstenen, dakpannen of enig ander (eventueel asbesthoudend) materiaal dat
    door de vertrekkende tuinder langs de kanten van de tuin rechtop in de grond is gezet,
    dient door hem te worden verwijderd en afgevoerd.
  1. Het is toegestaan houten en stalen palen alsmede bonenstaken op de tuin achter te laten.
    Deze worden door de beheerder op een door hem te bepalen plek opgeslagen.
  2. Van de voorstaande leden kan worden afgeweken indien naar het oordeel van de beheerder handhaving leidt tot onaanvaardbare onredelijkheid. Daarvan is in elk geval sprake indien de
    toekomstige tuinder zich expliciet bereid heeft verklaard de tuin te willen overnemen (gedeeltelijk) in de staat waarin deze zich bevindt ten tijde van het vertrek van het huidige lid.
  3. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorzien, beslist de beheerder in goed overleg met de vertrekkende tuinder.
    Artikel 17 Privacy
    Het is niet toegestaan om zonder toestemming van de betrokkenen tot personen herleidbaar schriftelijk, digitaal of beeldmateriaal te verspreiden.
    Artikel18 Bezwaar
    Tegen alle besluiten van de beheerder kan schriftelijk of per e-mail bezwaar worden gemaakt bij het bestuur.
    Artikel 19 Bestuur beslist
    In alle gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het bestuur.
    Artikel 20 Overgangsbepaling
    Dit Reglement is niet van toepassing op situaties die zijn ontstaan op een datum voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van dit Reglement, zijnde de dag na de bekendmaking van het Reglement (zijnde 22 juli 2019). Situaties ontstaan vóór die datum worden beoordeeld aan de hand van het alstoen geldende Reglement.
    Slotartikel
    Daar waar in dit reglement sprake is van tuinder, hij of hem leze men eveneens tuinierster, zij of haar.
    5

Verantwoording wijzigingen besloten in de bestuursvergaderingen van:

– 31 mei 2020, gepubliceerd op 1 juni 2020: artikel 13, tweede lid, sub 14

– 05 augustus 2020, gepubliceerd 0- 09 augustus 2020:  artikel 13, tweede lid, sub O en sub 15.

– 08 december 2020, gepubliceerd op 15 december 2020: artikel 13, eerste lid en artikel 13 tweede lid sub